Puerto Iguazu
3 april – 8 april
De busreis
Daar gingen we weer backpacks om en op naar het bus station Retiro. Het was even zoeken aangezien er iets van 70 platforms waren en wij bij platform 35-51 moesten staan. De bus zou om 14:15 vertrekken alleen zagen wij dit niet terug op de schermen. Eenmaal in de bus hadden we een beetje het idee dat dit niet helemaal was waar we voor betaald hadden, maar het bleek toch te kloppen en achteraf hadden we niks te klagen! Heerlijk brede stoelen waar je een soort bedje van kon maken met een kleedje en een kussen. Na 3 films besloot ik om te gaan slapen.
Na zo’n 1200 km waren we op de grens met Brasil en Paraguay. Het drie landen punt moesten we dan ook wel even bezoeken. Het hostel was prima en het personeel heel aardig en behulpzaam. De volgende dag was het tropisch bui na tropische bui. Toch moesten we naar buiten om eten te halen, ook dit was een heel avontuur omdat de straten waren veranderd in kleine riviertjes. Donderdag zou het mooi weer worden zodat we de watervallen konden gaan bezoeken, alleen was die donderdag ook de dag van de nationale staking, El Paro Nacional. Tijdens deze staking zouden er geen bussen rijden, maar gelukkig kon het hostel een taxi busje regelen wat maar net iets duurder was dan de bus.
6 april
Het was even spannend of het eindelijk gestopt zou zijn met regenen. De luiken waren nog dicht waardoor ik niet kon zien of het weer verbeterd was. Eenmaal open straalde er een heerlijk zonnetje op mijn gezicht.
Het entree kaartje kostte zo’n 500 pesos per persoon. Bewoners van Argentinië mogen voor 260 pesos naar binnen en de locals zelfs gratis. We begonnen aan de lange wandel tocht over stalen bruggen en gladde stenen. Op verre afstand hoorde je de kracht van de watervallen al. Eenmaal bij de eerste aangekomen was ik al een beetje buiten adem van al het trap lopen maar het uitzicht was het zeker waard. De mist regen was een heerlijke verkoeling op de steeds heter wordende dag. Met een klein bootje werd en we gebracht naar een eiland midden in het gebied van de watervallen. Ook hier hadden we een prachtig uitzicht en konden we weer even afkoelen, maar de grootste waterval moest nog komen namelijk El garganta del Diablo, oftewel de keel van de duivel. Na 1,5 km lopen over het water waren we er dan eindelijk. Was het het waard?
Ja zeker! De gigantische kracht van het water kon je hier pas echt goed zien. In een keer was ik zeiknat geregend door de mist die afkomstig was van de watervallen. Het was zo’n indrukwekkend en letterlijk verpletterend uitzicht, dat je niets anders kon doen dan minuten lang staren. Aan de overkant kon je Brazilië zien liggen, 20% van de watervallen ligt namelijk in Brazilië. Ik denk dat er op één dag in het park zo’n 100.000 foto’s worden gemaakt door bezoekers, maar ik moet eerlijk bekennen dat het moeilijk is om dit niet te doen. Deze dag hebben we afgesloten met een koele maar korte duik in het zwembad van het hostel. Kort omdat elk deel van je lichaam wat niet onderwater zat gelijk lek geprikt werd door muggen. Ricardo zijn douchegel met deet is daarom niet zo’n gek idee.